Deskundig lichtadvies

Kwaliteit & Duurzaam

Altijd eerlijke prijzen

Tot 7 jaar garantie

De verklarende woordenlijst

Lichtstroom (lm)

In fotometrie is lichtstroom of lichtkracht een maat voor de waargenomen kracht van licht. Het verschilt van stralingsflux, de maat voor het totale vermogen van elektromagnetische straling (inclusief infrarood, ultraviolet en zichtbaar licht) in die lichtstroom wordt aangepast om de variërende gevoeligheid van het menselijk oog weer te geven voor verschillende golflengten van licht.

Verschil tussen bruto en netto lumen

Er is een verschil tussen bruto en netto lumen. Het verschil tussen bruto en netto lumen wordt weergegeven in LOR (Light output ratio). In hoeverre is er sprake van lichtverlies door bijvoorbeeld reflecterende materialen of lichtkap. Wij communiceren altijd in netto lumen en vermelden anders het LOR.

Lichtgevende intensiteit

In fotometrie is de lichtsterkte een maat voor het golflengte-gewogen vermogen uitgezonden door een lichtbron in een bepaalde richting per eenheid ruimtehoek, gebaseerd op de helderheidsfunctie, een gestandaardiseerd model van de gevoeligheid van het menselijk oog. De SI-eenheid van lichtsterkte is de candela (cd), een SI-basiseenheid.

Verlichtingssterkte

De luxwaarde is de totale lichtstroom die op een oppervlak schijnt. De lux-waarde is niet zomaar weer te geven en is onder andere afhankelijk van de reflectiewaarden in het gebouw. Hypothetisch klopt het wel dat hoe meer lichtstroom hoe hoger de lux, echter is dit i.v.m. lichthinder en energie-effi ciëntie geen correcte interpretatie.

Luminantie

Luminantie is een fotometrische maat voor de lichtsterkte per oppervlakte-eenheid van licht dat in een bepaalde richting reist. Het beschrijft de hoeveelheid van licht die er doorheen gaat, wordt uitgezonden of gereflecteerd vanuit een bepaald gebied en valt binnen een bepaalde ruimtehoek. De SI-eenheid voor luminantie is candela per vierkante meter (cd/m2). Een niet-SI term voor dezelfde eenheid is de’’nit’’. De CGS-eenheid van luminantie is de stilb, die gelijk is aan één candela per vierkante centimeter of 10 kcd/m2.

Visueel taakgebied

Een taakgebied is de omschrijving van het specifieke toepassingselement. Op een werkplaats is dit bijvoorbeeld het werkblad, op school het bureau. De normen voor binnenverlichting zijn samengevat in NEN-EN 12464:2021. Naast het taakgebied kennen we een directe omgeving en randzones. Hier hoeft minder licht te zijn, echter moet het contrast niet te groot zijn!

Gebied direct rondom het visueel taakgebied
Hierbij kan de verlichtingssterkte een niveau lager zijn dan in het visuele taakgebied (bijv. 300 lx tot 500 lx).

Onderhoudsfactor, Coshinus Phi

De powerfactor geeft de relatie tussen het werkelijk vermogen (P) en het schijnbaar vermogen (Ps) weer. Het schijnbare vermogen wordt niet gezien op de kWh-meter, vandaar ook de naam. Elektronisch apparatuur met een lage factor verbruiken meer stroom dan nodig is. De hoeveelheid onnodig stroomverbruik wordt blindstroom genoemd. De powerfactor geeft aan in hoeverre er sprake is van ongewenst stroomverbruik. In een ideale situatie is de waarde 1, dit betekent dat er geen sprake is van blindstroom. Een Powerfactor van 0,90 betekent dat er 10% meer stroom wordt verbruikt. Dit wordt veroorzaakt door het faseverschil tussen de spanning (Volt) en de stroom (Ampère).

Uniformiteit
Om visuele taken in de verlichte gebieden uit te voeren, mag er geen groot contrast optreden tussen de armaturen. Het licht dient uniform en egaal te zijn.

Verlichtingssterkte behoud waarde Em
Waarde waaronder de verlichtingssterkte niet mag dalen
in het visuele gebied.

Verblindend licht (Glare) = (UGR)

Lichthinder oftewel UGR treedt op wanneer het licht te fel zoals bij direct of gereflecteerd zonlicht of kunstlicht. Een ander goed voorbeeld is een autolamp in de avond. Wanneer het licht te fel is en bijvoorbeeld een te brede lichtbundel heeft spreken we over lichthinder. De lichtbundel, de lichtsterkte en ooghoek hebben een significante impact op de lichtbeleving. In de norm voor binnenverlichting wordt hier rekening mee gehouden. Ieder type werk heeft een richtlijn.

UGR limieten (UGRL) die niet overschreden mogen worden:

≤ 16 Technisch precisiewerk
≤ 19 Beeldschermwerkplekken
≤ 22 Lichte industrie
≤ 25 Zware industrie
≤ 28 Perrons, foyers

De UGR limieten zijn specifiek benoemd in de EN 12464 norm voor ieder type binnenverlichtingstoepassing.

Kleurtemperatuur (Kelvin)

De kleurtemperatuur van een lichtbron is de lichtkleur en wordt uitgedrukt in Kelvin. Ook weleens in CCT = Correlated Color Temperature. De lichtkleur van kunstlicht is gecorreleerd en een samenstelling van fosforen. 2700K is warm wit licht en 6000K daglicht oftewel zeer koud licht. Hoe lager de Kelvin hoe warmer en visa versa.

CRI / Ra

CRI staat voor Correlated Color Index en zegt iets over hoe natuurgetrouw kleuren worden weergegeven onder het licht. Daglicht heeft de beste kleurweergave, Ra = 100. Armaturen worden geclassificeerd in 3 groepen:

>70 – Voldoende kleurweergave (meestal toepasselijk in buitenverlichting)
>80 – Goede kleurweergave (meest voorkomend)
>90 – Beste kleurweergave

MacAdam Ellips / SDCM – Binning

SDCM staat voor “Standard Deviation of Color Matching” en is ontwikkeld door David L. MacAdam. Dit gegeven zegt iets over de kleurconsistentie. Het model illustreert dus de afwijking in kleurkwaliteit/-temperatuur. Het model kent 7 ellipsen. Elke ‘ellips’ is als het ware een standaardafwijking. Een lagere ‘ellips’ geeft lagere afwijking aan. Als de verlichting in de eerste ‘ellips’ valt, betekent dit dat de kleur het meest consistent is. Vanaf ellips 3 en 4 is er voor het blote oog kleurverschil te zien. Kleurverschil kan als hinderlijk worden ervaren in binnenomgevingen. Pas daarom uitsluitend armaturen toe met een SDCM van maximaal 5. Liever 4 of 3 voor een hogere lichtbeleving. Voor buitenomgevingen kunnen ook armaturen met een score van 5 of 6 worden toegepast.

De afwijking die met SDCM wordt aangegeven heeft betrekking op de kleurtemperatuur. De kleurtemperatuur wordt gemeten in graden Kelvin (K). Een hoge SDCM (>3) kan als gevolg hebben dat LED producten met eenzelfde kleurtemperatuur, toch anders worden waargenomen.
Stel, u heeft twee armaturen met kleur 3000K maar u ziet toch een kleurverschil. Dit wordt veroorzaakt door een hoge SDCM. Deze afwijking moet in de EU verplicht worden weergegeven in het MacAdam Ellips (SDCM) model en wordt ook wel aangegeven in 1-, 2-, 3- of >4 SDCM. Wanneer de SDCM tussen de 0 en de 3 ligt, zal kleurverschil niet worden opgemerkt.

Zichtbaar kleurverschil
1 Geen zichtbaar kleurverschil
2 Verschil alleen zichtbaar met apparatuur
3 Nauwelijks zichtbaar kleurverschil
> 4 Zichtbaar kleurverschil

Lumenbehoud L90B50

Bij een armatuur wordt een levensduur opgegeven. Dit heeft betrekking op de levensduur van de ledchips volgens het TM-21 principe. Hierin wordt er rekening gehouden met het thermaal beheer van een armatuur in een laboratoriumomgeving. Indien er bijvoorbeeld L90B50 staat houdt dit in dat er na 50.000 branduren nog 90% van de initiële lichtstroom wordt weergegeven en 50% van de overige armaturen minder dan 90% licht geven of zijn uitgevallen. Er is geen verschil tussen L90B50 en L90B10.

IP (Ingress Protection)

De IP code, International Protection Marking, IEC norm 60529, classificeert en beoordeelt de mate van bescherming die wordt geboden tegen het indringen (lichaamsdelen zoals handen en vingers), stof, onbedoeld contact, water door mechanische omhulsels en elektrische omhulsels.

Achter “IP” staan altijd twee cijfers. Het eerste cijfer weergeeft in hoeverre het armatuur wordt beschermd tegen het binnendringen van voorwerpen en/of stof. Het tweede cijfer weergeeft in hoeverre het armatuur wordt beschermd tegen het binnendringen van vocht. Een overzicht:

Het eerste cijfer
0 – Niet beschermd.
1 – Bescherming tegen solide lichamen groter dan 50mm.
2 – Bescherming tegen solide lichamen groter dan 12mm.
3 – Bescherming tegen solide lichamen groter dan 2,50mm.
4 – Bescherming tegen solide lichamen groter dan 1mm.
5 – Bescherming tegen stof.
6 – Complete bescherming tegen stof.

Het tweede cijfer
0 – Niet beschermd.
1 – Beschermd tegen constante druppels.
2 – Beschermd tegen vallend water tot maximaal 15°.
3 – Beschermd tegen regen.
4 – Beschermd tegen sprays.
5 – Beschermd tegen waterstralen.
6 – Beschermd tegen golven.
7 – Waterdichte onderdompeling.
8 – waterdicht tegen onderdompeling

IK (Impact Resistance)

Wanneer uw armaturen bestendig (lees: slagvast) moeten zijn tegen schokken, dient u te letten op de IK-waarde. De IK-waarde bestaat uit een schaal van 0 – 10, waarbij 0 geen bescherming biedt. De IK-waarde is anders dan de IP-waarde. Bij de IP-waarde draait het om de bescherming van de elektronica tegen materialen, voorwerpen, stof en vocht. De IK-waarde wordt sinds 1995 los gebruikt van de IP-waarde. In het verleden werd achter de IP-waarde een extra cijfer vermeld die als IK-waarde diende.

De K-waarde staat voor ‘kinetisch’. De K-waarde geeft aan in hoeverre de armaturen beschermd zijn tegen de impact van kinetische energie. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan een klap van een hamer. ‘Beschermd’ betekent hierbij; onder impact onbeschadigd en operationeel blijven van het armatuur. Vervorming van behuizing of reflector is mogelijk.

IK-waarde: Bestendig tegen weerstand (in Joule)
IK00: Geen weerstand
IK01: Weerstand tegen schokken tot 0,15J
IK02: Weerstand tegen schokken tot 0,2J (open armatuur)
IK03: Weerstand tegen schokken tot 0,35J (armatuur met Acrylaat afscherming)
IK04: Weerstand tegen schokken tot 0,5J
IK05: Weerstand tegen schokken tot 0,7J (open armatuur met versterkte optiek, bijvoorbeeld een raster)
IK06: Weerstand tegen schokken tot 1J
IK07: Weerstand tegen schokken tot 2j
IK08: Weerstand tegen schokken tot 5J (armatuur met polycarbonaat of gehard glas afscherming)
IK09: Weerstand tegen schokken tot 10J
IK10: Weerstand tegen schokken tot 20J (versterkt armatuur dat als vandaalbestendig wordt geïnterpreteerd)

LED

Een Light -emitting diode (LED) is een halfgeleider lichtbron die licht uitstraalt als er licht doorheen
stroomt. Elektronen in de halfgeleider recombineren met elektronengaten waarbij energie vrijkomt
in de vorm van fotonen. De kleur van het licht (overeenkomend met de energie van fotonen) is
bepaald door de energie die nodig is voor elektronen om de verboden zone van de halfgeleider
te passeren. Wit licht wordt verkregen door gebruik te maken van meerdere halfgeleiders of een
laag lichtgevende fosfor op het halfgeleiderapparaat.

DALI

DALI lichtbesturing (Digital Adressable Lighting Interface) is een oplossing voor communicatie tussen armaturen en alle apparaten die daarop zijn aangesloten. Met DALI kunt u de verlichting schakelen of dimmen. Als u de lichtregeling integreert, bespaart u op uw energiekosten. Door DALI is het mogelijk om VSA’s en LED drivers digitaal aan te sturen.

1-10V

1-10V is een van de eerste en simpelste elektronische protocollen voor lichtregeling. Dit is een analoge dimmethode en wordt tegenwoordig steeds minder toegepast. Wel is het een robuuste manier van dimmen, net zoals DALI heeft het een apart netwerk.